Bereiding:

Was de peren, snijd ze in kwarten. Verwijder voorzichtig klokhuis en steeltje en snijd elk kwart in drie partjes. Maak ze niet dunner dan een halve centimeter, anders worden de plakjes te slap tijdens het bakken. Bestrooi de partjes aan beide zijden met rietsuiker.

Verhit de boter in een koekenpan. Leg de perenschijfjes pas in de pan als de boter lichtbruin begint te worden. Temper het vuur iets en bak de partjes ongeveer 2 minuten, tot ze beginnen te kleuren. Schud af en toe voorzichtig met de pan, zodat ze even van hun plaats komen.

Keer ze om en bak ze weer een minuut. Zorg dat de boter niet verbrandt; de peer moet goudbruin worden. Haal de perenpartjes uit de pan en leg ze op een verwarmd bord met een stukje aluminiumfolie erover, zodat ze niet te hard afkoelen.

Giet wijn of druivensap in de pan en roer goed, zodat alle aangebakken boter en suiker loskomt. Laat het inkoken tot een paar eetlepels plakkerige siroop.

Meng de yoghurt met de poedersuiker, houd sinaasappel- of citroenrasp paraat.

Schik de peer op vier bordjes, leg er een eetlepel yoghurt bij en drup wat van de saus op de bordjes. Strooi er een beetje citrusrasp op en serveer warm.